Ouder zijn is misschien wel het meest enge en confronterende wat er is. Het meest immense verantwoordelijkheidsgevoel dat je je kunt voorstellen. Naar je kind, dat hij in leven blijft, dat hij eet, dat hij slaapt, dat hij tevreden is, alles om er maar voor te zorgen dat het hem goed gaat. Maar ook naar je omgeving, dat je aan anderen laat zien dat je weet wat je doet, vooral ook dat je het goed doet, dat je kind zich zo gedraagt dat anderen ook kunnen zien dat je het goed doet.
En dan heb je een kind…
Maar dat kind is een wezen, blijkt een persoon op zichzelf te zijn. En hoe goed je alles ook doet of wil doen, ineens heb je te maken met een wezen met een eigen wil, met eigen behoeften, en blijkt het kind toch niet zo manipuleerbaar als je had gedacht… Als je heel eerlijk naar jezelf durft te kijken, zie je zelfs dat het kind jou manipuleert! De gekke bochten waar we ons in dringen om er maar voor te zorgen dat hij eet, de gekke houdingen waar we zelf in in slaap doezelen om er maar voor te zorgen dat de kleine niet wakker wordt nu hij eindelijk slaapt…
En laten we onszelf daar dan eens in tegenkomen. Worden we boos op het kind omdat hij ons laat doen wat we doen? Worden we boos op onszelf omdat we het toch niet zo goed doen als we eigenlijk zouden willen of misschien zelfs van onszelf hadden verwacht? Worden we boos op anderen, omdat zij het zo goed denken te weten?
En dan heb je ook nog een partner…
Misschien waren jullie al lang bij elkaar voordat jullie kind geboren werd, misschien pas kort. Hoe dan ook, je gaat een andere kant van je partner leren kennen. Vlakken waarop jullie elkaar makkelijker konden vinden verdwijnen soms wat naar de achtergrond, en ineens draait jullie leven om het kind. Je komt er achter dat je zelf bepaalde ideeën en opvattingen hebt over opvoeden, en dat die niet noodzakelijkerwijs ook matchen met de ideeën en opvattingen van je partner. Denk jij het beter te weten? Het meest irritante is dan als je kind goed reageert op iets dat je partner doet, waar jij het heel anders had aangepakt. Mag zijn of haar manier er ook zijn? Mag jouw manier er zijn?
En vinden jullie elkaar nog? Durven jullie elkaar eigenlijk wel even een beetje ‘kwijt’ te zijn, durven jullie erop te vertrouwen dat jullie band als partners zo sterk en stevig is dat jullie elkaar toch wel weer vinden? Allerlei oude angsten kunnen de kop op steken. Jaloezie, verlatingsangst, slaapgebrek, irritaties. Komen jullie er samen sterker uit of raken jullie elkaar kwijt in het proces?
En dan de spiegel…
Want je kinderen spiegelen je. Of je dat nu wilt of niet. Ze laten die dingen zien waar je zelf nog mee worstelt. Of die je diep hebt weggestopt en niet meer aan wilde kijken. En je kind kijkt je aan en laat je precies dat zien. Waar jij bang voor bent, wat jij gemist hebt, waar jij moeite mee hebt, waar jij je als mens nog in mag ontwikkelen, al die dingen laat jouw kind je zien. En die van je partner ook. Die kun jij uiteraard veel helderder zien, je weet precies wat je partner eigenlijk aan zou moeten gaan. Maar zie je jouw stuk? Dat is veel moeilijker. Dat hebben we zo zorgvuldig verstopt of verbloemd dat we het niet zo snel herkennen. Waar we het wel aan zouden kunnen herkennen, is dat het juist die dingen zijn bij je kind waar jij je het meest zorgen om maakt, waar jij je het meeste aan stoort, die jou het meest ergeren, die jou het meeste raken. Die uitingen van je kind zijn uitnodigingen om te kijken naar jouzelf. 💖
Reactie plaatsen
Reacties