Er wordt vaak gezegd dat je iets los moet laten. Of dat je iemand los moet laten. Je kinderen bijvoorbeeld, bij elke nieuwe fase hoor je het wel. Als je denkt aan het woord loslaten, kun je ook de associatie hebben met iets laten vallen, of je houvast loslaten en daardoor zelf vallen. Geen fijne en veilige gedachte. Het maakt het proces er niet makkelijker op. Wat als je iemand dan loslaat? 😨
Als je kijkt naar de Engelse term voor iemand loslaten, kom je op ‘letting someone go’. Iemand laten gaan. Dat klinkt voor mij al heel anders. Je laat iemand niet vallen, maar je houdt iemand niet langer vast, waardoor hij vrij is om te gaan. Het wordt daarmee een actie van de ander zelf. Ook is er voor de ander altijd de mogelijkheid om bij je te blijven of om bij je terug te komen. Je geeft de ander daarmee ruimte en vrijheid. Iemand vasthouden of je vastklampen aan iemand beperkt de ander. Maar als je iemand laat gaan, houd je de ander niet langer vast.
Een baby moet je letterlijk nog vasthouden; ‘holding your baby’. Maar ‘holding on to someone’ heeft weer een andere betekenis. Zo zie je maar dat de taal hierin veel nuances kent. Als je teveel vasthoudt aan je kinderen, belemmer je hen om vrij hun eigen persoon te zijn en te worden. Maar ook belemmer je jezelf, omdat je niet genoeg ruimte en vrijheid voor jezelf over houdt.
Als je nu kijkt naar jouw proces met je kind, kan het je helpen om in de juiste termen te denken. Je hoeft je kind niet los te laten, hem niet te laten vallen. Je mag vanuit liefde en vertrouwen je kind laten gaan. In elke fase een stukje verder. Je laat hem vrij om te gaan, en je staat er als ouder stevig als je kind het nodig heeft om bij je terug te komen.
💖
Reactie plaatsen
Reacties